Is er een verband tussen zware menstruaties en haarverlies?

Er zijn een aantal verbanden bekend die gelegd kunnen worden tussen zware menstruatiebloedingen en haarverlies. Op het moment dat je iedere maand een zware menstruatie krijgt, dan zul je waarschijnlijk last krijgen van bloedarmoede. Deze vorm van bloedarmoede ontwikkelt zich echter geleidelijk in de loop van de tijd, wellicht dat je om die reden de gebruikelijke symptomen van vermoeidheid en een verhoogde hartslag niet direct herkent, maar je merkt wel dat je haar wat uit gaat vallen. De bloedarmoede zal je lichaam namelijk belasten en de minder belangrijke functies zoals de groeicyclus van het haar op een lager pitje zetten.

Dat wil dus zeggen, dat je zware menstruele bloeding chronische bloedarmoede tot gevolg heeft, die op zijn beurt haaruitval kan veroorzaken. Haaruitval en zware menstruatie bloedingen zijn bovendien twee veel voorkomende symptomen die in verband gebracht kunnen worden met een te traag werkende schildklier. Een evaluatie van de werking van je schildklier is dan absoluut noodzakelijk zodra je last krijgt van één van deze twee symptomen.

Maar naast deze bekende verbanden ontdekten onderzoekers eveneens dat er een sterker verband kan worden gelegd tussen haarverlies en zware menstruatiebloedingen, in het bijzonder bij vrouwen van Afrikaanse afkomst. In een zogenaamde retrospectieve analyse, die online gepubliceerd werd op de website van JAMA Network, tonen de onderzoekers een statistisch significant verband aan tussen een bepaalde vorm van haaruitval dat centrale centrifugale cicatriciale alopecia (CCCA) wordt genoemd en vleesbomen in de baarmoeder, die een veel voorkomende oorzaak zijn van zware menstruatiebloedingen. De onderzoekers merkten de verhoogde incidentie op van deze twee aandoeningen bij jonge vrouwen van Afrikaanse afkomst. Hun analyse ondersteunt dan ook de hypothese dat er een genetisch verband bestaat tussen deze twee aandoeningen.

Genetische verbanden

Het verband tussen haarverlies en vleesbomen is een zogenaamde fibroproliferatieve ziekte. Er zijn bepaalde omstandigheden bekend waaronder het bindweefsel, zoals collageen en al het vezelachtige weefsel, dat je lichaam bijeen houdt, te groot wordt en littekenweefsel gaat vormen. Deze ziekten kunnen aan worden geduid als fibroproliferatieve ziekten en worden vaker waargenomen onder mensen van Afrikaanse afkomst.

De reden waarom die het geval is, is bovendien best interessant. Er wordt namelijk gedacht dat de profibrotische genen die de fibroproliferatieve ziekten veroorzaken op de één of andere manier eveneens bescherming bieden tegen infecties die veroorzaakt worden door parasitaire wormen. Na verloop van tijd heeft het lichaam dus een ​​selectieve aanpassing doorgevoerd om de profibrotische genexpressie te bevorderen, met als gevolg dat de ziektes die met elkaar in verband gebracht kunnen worden vaker voorkomen.

Sikkelcelanemie is een ander voorbeeld van een ziekteproces dat zich ontwikkelt op het ogenblik dat het lichaam zich aanpast ter bescherming tegen een infectie. Maar ook sikkelcelanemie kan weer worden waargenomen bij mensen van Afrikaanse afkomst en er wordt vermoed dat de ziekte bescherming kan bieden tegen malaria.

Naast keloïde littekens zijn vleesbomen in de baarmoeder en centrale centrifugale cicatriciale alopecia allebei fibroproliferatieve ziekten die vaker voorkomen bij vrouwen van Afrikaanse afkomst en die in verband kunnen worden gebracht met een verhoogde profibrotische genexpressie.

Centrale Centrifugale Cicatriciale Alopecia

Centrale centrifugale cicatriciale alopecia, de naam van deze aandoening is al bijna een tongbreker op zich, maar de naam beschrijft in wezen wel het patroon van deze vorm van haaruitval:

  • Centrale: het haarverlies begint bij de kruin van het hoofd,
  • Centrifugale: het haarverlies breidt zich uit vanaf dit centrale beginpunt in een cirkelvormig patroon,
  • Cicatriciale: de haarzakjes worden vervangen door littekenweefsel,
  • Alopecia: het haarverlies is permanent.

Centrale centrifugale cicatriciale alopecia is de meest voorkomende soort van littekenvorming bij haarverlies onder vrouwen van Afrikaanse afkomst. De gebieden van de hoofdhuid die aan worden getast, verliezen de aanwezige haarzakjes als gevolg van de vorming van littekenweefsel, dus zal de hoofdhuid op deze plaatsen erg gaan glanzen. Sommige kleine broze haren kunnen echter achterblijven en ook kan de aangedane hoofdhuid gaan jeuken of zacht worden.

De ziekte begint in de vorm van een ontstekingsproces dat na verloop van tijd tot de vernietiging van de haarzakjes zal leiden. Deze vorm van haaruitval is uiteindelijk onomkeerbaar omdat de haarzakjes vervangen worden door het littekenweefsel. Vanwege het feit dat centrale centrifugale cicatriciale alopecia als een ontstekingsproces begint, kunnen vroege diagnose en behandeling het proces waarin het haarverlies optreedt worden vertraagd.

Eerstelijns behandeling bestaat vaak uit één of andere vorm van het plaatselijk gebruiken van een steroïde die met de ontstekingsreactie van het lichaam samen gaat werken.

Ondanks dat de gebruikelijke haarstylingsmethoden onder vrouwen van Afrikaanse afkomst geen oorzaak van centrale centrifugale cicatriciale alopecia zijn, raden de meeste deskundigen toch aan om een groot aantal van deze methoden te vermijden, omdat ze de haarwortels en de haarzakjes extra kunnen belasten. Een aantal haarstylingmethoden dat de haarwortel kunnen belasten zijn bijvoorbeeld: het vlechten en weven van het haar, en methoden die eveneens een ontsteking van de haarzakjes kunnen laten toenemen, zijn ondermeer het chemisch straighten van het haar.

Op het ogenblik dat je last hebt van een vorm van ernstig haarverlies, dan is het belangrijk om dit met je huisarts te bespreken. Niet alleen is vroeg ingrijpen van essentieel belang voor het verbeteren van centrale centrifugale cicatriciale alopecia, maar daarnaast kunnen bepaalde vormen van haarverlies een symptoom zijn van een ernstig onderliggende medisch probleem dat dienovereenkomstig gediagnosticeerd en behandeld kan worden.

Vleesbomen in de baarmoeder als een fibroproliferatieve ziekte

Vleesbomen in de baarmoeder zijn erg vaak voorkomende goedaardige tumoren in de baarmoeder. Er wordt gedacht dat ze zich ontwikkelen als gevolg van een mutatie in een enkele gladde spiercel in de baarmoeder. De meest voorkomende symptomen zijn:

  • abnormale bloedingen vanuit de baarmoeder,
  • een druk die ervaren wordt in het bekken.

Het bewijs suggereert dat tot 80 procent van de vrouwen tijdens hun leven één of meerdere vleesbomen zal ontwikkelen. Voor de meesten zullen deze vleesbomen geen klachten met zich meebrengen, maar circa 25 procent van de vrouwen zal wel duidelijke klachten ervaren.

Vrouwen van Afrikaanse afkomst krijgen aanzienlijk vaker te maken met vleesbomen in de baarmoeder, in vergelijking tot vrouwen die behoren tot een ander ras, hebben deze vrouwen dan ook meer kans om:

  • Al op een jongere leeftijd vleesbomen te ontwikkelen,
  • Meer ernstige symptomen te ervaren,
  • Een hoger aantal fibroide tumoren te hebben.

Onderzoek wijst verder nog op een genetische verband dat gelegd kan worden met de andere fibroproliferatieve aandoeningen die vaker bij vrouwen van Afrikaanse afkomst waar worden genomen.  Er zijn gelukkig een heleboel behandelingsmogelijkheden voor vleesbomen in de baarmoeder, uiteenlopend van het onder controle houden van de zware bloedingen met behulp van orale anticonceptiva tot het uitvoeren van een zogenaamde hysterectomie (het operatief weghalen van de baarmoeder).

Slotopmerking

Het is erg waarschijnlijk dat veranderingen of klachten die in je lichaam op hetzelfde moment ontstaan, met elkaar verbonden zijn, in plaats van het gevolg te zijn van twee afzonderlijke ziekteprocessen. Het is van belang om alle symptomen die je waarneemt duidelijk op te schrijven voordat je een afspraak maakt met een arts en met hem, of haar, over een eventueel gezondheidsrisico gaat praten. In de regel helpen deze symptoomreeksen een arts namelijk om gemakkelijker een ​​diagnose te kunnen stellen. In bepaalde gevallen is er geen enkel bewijs om een ​​vastgesteld verband tussen twee symptomen te staven, maar dat wil niet zeggen dat er ook helemaal geen verband aanwezig is.

Elise S :